Ik ging naar een cowboyfilm. Uweetwel. Brokeback Mountain.
Ik hou namelijk van cowboys. En dan kan het mij niet schelen dat in de film die cowboys van elkaar houden.
Het verhaal kwam een beetje traag op gang. Hoewel er na 20 minuten al een voor mijn buurman in de bios een kennelijk nogal shockerende vrijpartij in een tentje te zien was, bleef het verder ook een beetje langzaam. Eigenlijk.
Er waren veel lange shots van prachtige uitzichten, veel blikken en in verhouding vrij weinig dialoog. Wyoming 1963 was kennelijk nogal traag en tekstloos.
Maar dat was er juist mooi aan.
En trouwens, who needs speed anyway op een fijne berg? Hier en daar een zootje schapen, kolkende rivier, knapperend vuurtje, flesje booze, een tentje, de sterren, de maan en a cowboy on your side? Psies. Dan mag de tijd kruipen. Of stilstaan voor mijn part.
De film had ook wel prima muziek. Veel slidegitaardingetjes en mondharmonica. Of hoe heten al die instrumenten ook eigenlijk. Koiboi-achtige muziek.
Maar ik had natuurlijk in mijn hoofd al weer een eigen soundtrack bij gevonden.
Hoewel de film helemaal niet zo heul leuk afliep, ging ik neuriend naar huis.
Later als ik groot ben, neem ik een eigen cowboy.